Of is het mijn dirty mind?
WILD Hahaaa … heerlijk aan het inlezen op ‘vrijheid in muziek’ voor Luisterlab Freedom in Laaktheater Den Haag (24/6). Daar hoort ook het onderdeel ‘verbod in muziek’ bij. En dan komt saxofonist Big Jay McNeely om de hoek kijken. Hij werd als een gevaar gezien. Te extravert. Te anders. Te live. 'Vermomd als Romeinse keizer mocht hij graag de rolschaatsen onderbinden. Als hij zo de concertzaal kwam binnenrijden, zat de sfeer geramd.', las ik ergens. Teveel emotie, enge instincten, gemengd publiek. Big Jay riep met zijn spel en instrument teveel op en programmeurs durfden hem niet meer aan in de jaren vijftig.
TOEN Vergeet niet dat racisme aan de orde van de dag was. Andere culturen dan de Westerse- en zeker de Afrikaanse- werden gezien als instinctief, primitief. Dus (?) sensueel en sexueel. Oncontroleerbaar. Daar moest zeker de jeugd, die daar natuurlijk bovenop sprong, van weg gehouden worden. Ongeveer hetzelfde wordt trouwens specifiek sinds eeuwen wereldwijd gezegd over vrouwen in muziek. En dit soort bewoordingen kom je nog steeds tegen zodra het ‘anders’ gaat dan gemeengoed is. In de kunsten. In de politiek. In de media. Iets wegzetten als primitief. Niet verheven.
STILL STRONG Met (tijdelijk) succes in het geval van Big Jay: hij werd postbode, maar nam revanche halverwege de 80-er jaren. Toen de Westerse wereld al lang niet meer om andere culturen heen kon, speelde Big Jay weer. Wereldwijd. Dikke kans dat andere extraverte muzikanten bij Big Jay hebben afgekeken. Ik noem een Freddie Mercury bijvoorbeeld. Ik weet niet precies hoe het nu zit met Big Jay (hij is inmiddels 91 jaar), maar kan me zomaar voorstellen dat hij zijn sax nog steeds binnen handbereik heeft en de rolschaatsen op de schouw;).
A suivre!
Commentaires